1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. uproot

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to uproot    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
uprooting

Present simple (ott)
I uproot
you uproot
he uproots
we uproot
you uproot
they uproot

Present perfect (vtt)
I have uprooted
you have uprooted
he has uprooted
we have uprooted
you have uprooted
they have uprooted

Past Simple (ovt)
I uprooted
you uprooted
he uprooted
we uprooted
you uprooted
they uprooted

Past perfect (vvt)
I had uprooted
you had uprooted
he had uprooted
we had uprooted
you had uprooted
they had uprooted

Present future (ottt)
I will uproot
you will uproot
he will uproot
we will uproot
you will uproot
they will uproot

Present future perfect (vttt)
I will have uprooted
you will have uprooted
he will have uprooted
we will have uprooted
you will have uprooted
they will have uprooted

Past future (ovtt)
I would uproot
you would uproot
he would uproot
we would uproot
you would uproot
they would uproot

Past future perfect (vvtt)
I would have uprooted
you would have uprooted
he would have uprooted
we would have uprooted
you would have uprooted
they would have uprooted


Voorbeelden

  1. The family has been asked to uproot itself.
    De familie wordt weggestuurd.
  2. I am so strong, I can uproot the Mountains
    Ik ben zo sterk, Ik kan bergen doorhakken.
  3. I am so strong, I can uproot the mountains.
    Ik ben zo sterk, dat ik de Bergen kan ontwortelen.
  4. Yeah. But he wasn 't gonna uproot the stones.
    Ja, maar hij zou de stenen laten staan.
  5. It would be hard on Harrison to uproot his whole life.
    Het zou moeilijk zijn voor Harrison om zijn hele leven om te gooien.
  6. To uproot our family and move somewhere we 've never lived before?
    Onze familie ontwortelen... en ergens gaan wonen waar we nooit geweest zijn?
  7. I just don 't know why he has to uproot her like that.
    Ik weet niet waarom hij haar van haard en huis wil scheiden.
  8. Are you sure it 's such a good idea to uproot the girls?
    Ben je er wel zeker van om die meiden daar mee op te gaan zadelen?
  9. I 'm just saying I don 't want you to uproot your life and expect anything.
    Ik wil niet dat je je leven hier omgooit en iets verwacht.
  10. What did you want me to do, come home, uproot your life, and then disappear again?
    Wat wilde je dan, dat ik thuiskwam, je leven ontwortelde, en weer verdween?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try