Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitzetten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgezet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zet uit
jij zet uit
hij zet uit
wij zetten uit
jullie zetten uit
zij zetten uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitzet
dat jij uitzet
dat hij uitzet
dat wij uitzetten
dat jullie uitzetten
dat zij uitzetten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgezet
jij hebt uitgezet
hij heeft uitgezet
wij hebben uitgezet
jullie hebben uitgezet
zij hebben uitgezet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zette uit
jij zette uit
hij zette uit
wij zetten uit
jullie zetten uit
zij zetten uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitzette
dat jij uitzette
dat hij uitzette
dat wij uitzetten
dat jullie uitzetten
dat zij uitzetten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgezet
jij had uitgezet
hij had uitgezet
wij hadden uitgezet
jullie hadden uitgezet
zij hadden uitgezet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitzetten
jij zult uitzetten
hij zal uitzetten
wij zullen uitzetten
jullie zullen uitzetten
zij zullen uitzetten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgezet hebben
jij zult uitgezet hebben
hij zal uitgezet hebben
wij zullen uitgezet hebben
jullie zullen uitgezet hebben
zij zullen uitgezet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitzetten
jij zou uitzetten
hij zou uitzetten
wij zouden uitzetten
jullie zouden uitzetten
zij zouden uitzetten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgezet hebben
jij zou uitgezet hebben
hij zou uitgezet hebben
wij zouden uitgezet hebben
jullie zouden uitgezet hebben
zij zouden uitgezet hebben

Gebiedende wijs
zet uit

Aanvoegende wijs
uitzette

Voorbeelden

  1. Zet uit bij de inslag.
    It expands on impact.
  2. Longweefsel zet uit en trekt in.
    Lung tissue expands and contracts with ventilation.
  3. Het metaal trekt aan en zet uit.
    The metal 's just contracting and expanding.
  4. Een Lyman Alpha Blob zet uit door hitte.
    A Lyman-Alpha blob is expanding because of heat.
  5. Ze zet uit en wordt groter hoe meer je liefhebt.
    It expands in size for more new love.
  6. Wat als ik mezelf voor gek zet, uit met jou en Pa?
    What if I make an idiot of myself, out with you and Pa?
  7. uitzetten
    recede
  8. IJsboor uitzetten.
    Deploying ice drill.
  9. Feedback uitzetten?
    Should I disable the feedback?
  10. Systeem uitzetten.
    Deactivating system.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden