Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitzaaien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgezaaid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zaai uit
jij zaait uit
hij zaait uit
wij zaaien uit
jullie zaaien uit
zij zaaien uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitzaai
dat jij uitzaait
dat hij uitzaait
dat wij uitzaaien
dat jullie uitzaaien
dat zij uitzaaien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgezaaid
jij hebt uitgezaaid
hij heeft uitgezaaid
wij hebben uitgezaaid
jullie hebben uitgezaaid
zij hebben uitgezaaid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zaaide uit
jij zaaide uit
hij zaaide uit
wij zaaiden uit
jullie zaaiden uit
zij zaaiden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitzaaide
dat jij uitzaaide
dat hij uitzaaide
dat wij uitzaaiden
dat jullie uitzaaiden
dat zij uitzaaiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgezaaid
jij had uitgezaaid
hij had uitgezaaid
wij hadden uitgezaaid
jullie hadden uitgezaaid
zij hadden uitgezaaid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitzaaien
jij zult uitzaaien
hij zal uitzaaien
wij zullen uitzaaien
jullie zullen uitzaaien
zij zullen uitzaaien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgezaaid hebben
jij zult uitgezaaid hebben
hij zal uitgezaaid hebben
wij zullen uitgezaaid hebben
jullie zullen uitgezaaid hebben
zij zullen uitgezaaid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitzaaien
jij zou uitzaaien
hij zou uitzaaien
wij zouden uitzaaien
jullie zouden uitzaaien
zij zouden uitzaaien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgezaaid hebben
jij zou uitgezaaid hebben
hij zou uitgezaaid hebben
wij zouden uitgezaaid hebben
jullie zouden uitgezaaid hebben
zij zouden uitgezaaid hebben

Gebiedende wijs
zaai uit

Aanvoegende wijs
uitzaaie

Voorbeelden

  1. uitzaaien
    become generalized
  2. uitzaaien
    generalize
  3. Tenzij het gaat uitzaaien.
    Unless the illness spreads.
  4. De kan was al aan het uitzaaien.
    Cancer was already spreading.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden