Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitwringen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgewrongen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wring uit
jij wringt uit
hij wringt uit
wij wringen uit
jullie wringen uit
zij wringen uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitwring
dat jij uitwringt
dat hij uitwringt
dat wij uitwringen
dat jullie uitwringen
dat zij uitwringen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgewrongen
jij hebt uitgewrongen
hij heeft uitgewrongen
wij hebben uitgewrongen
jullie hebben uitgewrongen
zij hebben uitgewrongen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wrong uit
jij wrong uit
hij wrong uit
wij wrongen uit
jullie wrongen uit
zij wrongen uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitwrong
dat jij uitwrong
dat hij uitwrong
dat wij uitwrongen
dat jullie uitwrongen
dat zij uitwrongen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgewrongen
jij had uitgewrongen
hij had uitgewrongen
wij hadden uitgewrongen
jullie hadden uitgewrongen
zij hadden uitgewrongen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitwringen
jij zult uitwringen
hij zal uitwringen
wij zullen uitwringen
jullie zullen uitwringen
zij zullen uitwringen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgewrongen hebben
jij zult uitgewrongen hebben
hij zal uitgewrongen hebben
wij zullen uitgewrongen hebben
jullie zullen uitgewrongen hebben
zij zullen uitgewrongen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitwringen
jij zou uitwringen
hij zou uitwringen
wij zouden uitwringen
jullie zouden uitwringen
zij zouden uitwringen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgewrongen hebben
jij zou uitgewrongen hebben
hij zou uitgewrongen hebben
wij zouden uitgewrongen hebben
jullie zouden uitgewrongen hebben
zij zouden uitgewrongen hebben

Gebiedende wijs
wring uit

Aanvoegende wijs
uitwringe

Voorbeelden

  1. Ga jij het uitwringen?
    I swear I 'm wringing.
  2. Peg, Kan je dit shirt uitwringen?
    Peg, could you wring this shirt out?
  3. Zal ik je overhemd uitwringen voor je?
    Do you want me to wring your shirt out for you?
  4. Je kan' m uitwringen zonder vieze handen te krijgen.
    You could wring it without getting your hands dirty.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden