Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitwonen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgewoond

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik woon uit
jij woont uit
hij woont uit
wij wonen uit
jullie wonen uit
zij wonen uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitwoon
dat jij uitwoont
dat hij uitwoont
dat wij uitwonen
dat jullie uitwonen
dat zij uitwonen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgewoond
jij hebt uitgewoond
hij heeft uitgewoond
wij hebben uitgewoond
jullie hebben uitgewoond
zij hebben uitgewoond

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik woonde uit
jij woonde uit
hij woonde uit
wij woonden uit
jullie woonden uit
zij woonden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitwoonde
dat jij uitwoonde
dat hij uitwoonde
dat wij uitwoonden
dat jullie uitwoonden
dat zij uitwoonden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgewoond
jij had uitgewoond
hij had uitgewoond
wij hadden uitgewoond
jullie hadden uitgewoond
zij hadden uitgewoond

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitwonen
jij zult uitwonen
hij zal uitwonen
wij zullen uitwonen
jullie zullen uitwonen
zij zullen uitwonen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgewoond hebben
jij zult uitgewoond hebben
hij zal uitgewoond hebben
wij zullen uitgewoond hebben
jullie zullen uitgewoond hebben
zij zullen uitgewoond hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitwonen
jij zou uitwonen
hij zou uitwonen
wij zouden uitwonen
jullie zouden uitwonen
zij zouden uitwonen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgewoond hebben
jij zou uitgewoond hebben
hij zou uitgewoond hebben
wij zouden uitgewoond hebben
jullie zouden uitgewoond hebben
zij zouden uitgewoond hebben

Gebiedende wijs
woon uit

Aanvoegende wijs
uitwone

Voorbeelden

  1. Ik zou je uitwonen.
    I would be nuts deep.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden