Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitwaaien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgewaaid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik waai uit
jij waait uit
hij waait uit
wij waaien uit
jullie waaien uit
zij waaien uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitwaai
dat jij uitwaait
dat hij uitwaait
dat wij uitwaaien
dat jullie uitwaaien
dat zij uitwaaien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgewaaid
jij hebt uitgewaaid
hij heeft uitgewaaid
wij hebben uitgewaaid
jullie hebben uitgewaaid
zij hebben uitgewaaid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik waaide uit/woei uit
jij waaide uit/woei uit
hij waaide uit/woei uit
wij waaiden uit/woeien uit
jullie waaiden uit/woeien uit
zij waaiden uit/woeien uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitwaaide/uitwoei
dat jij uitwaaide/uitwoei
dat hij uitwaaide/uitwoei
dat wij uitwaaiden/uitwoeien
dat jullie uitwaaiden/uitwoeien
dat zij uitwaaiden/uitwoeien

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgewaaid
jij had uitgewaaid
hij had uitgewaaid
wij hadden uitgewaaid
jullie hadden uitgewaaid
zij hadden uitgewaaid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitwaaien
jij zult uitwaaien
hij zal uitwaaien
wij zullen uitwaaien
jullie zullen uitwaaien
zij zullen uitwaaien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgewaaid hebben
jij zult uitgewaaid hebben
hij zal uitgewaaid hebben
wij zullen uitgewaaid hebben
jullie zullen uitgewaaid hebben
zij zullen uitgewaaid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitwaaien
jij zou uitwaaien
hij zou uitwaaien
wij zouden uitwaaien
jullie zouden uitwaaien
zij zouden uitwaaien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgewaaid hebben
jij zou uitgewaaid hebben
hij zou uitgewaaid hebben
wij zouden uitgewaaid hebben
jullie zouden uitgewaaid hebben
zij zouden uitgewaaid hebben

Gebiedende wijs
waai uit

Aanvoegende wijs
uitwaaie
Gebiedende wijs



Voorbeelden

  1. Ga met vakantie eens lekker uitwaaien.
    Take a vacation to clear your head.
  2. Ik moet even uitwaaien en een tijdje ertussenuit.
    I need to clear my head and get away for a while.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden