Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitvreten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgevreten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vreet uit
jij vreet uit
hij vreet uit
wij vreten uit
jullie vreten uit
zij vreten uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitvreet
dat jij uitvreet
dat hij uitvreet
dat wij uitvreten
dat jullie uitvreten
dat zij uitvreten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgevreten
jij hebt uitgevreten
hij heeft uitgevreten
wij hebben uitgevreten
jullie hebben uitgevreten
zij hebben uitgevreten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vrat uit
jij vrat uit
hij vrat uit
wij vraten uit
jullie vraten uit
zij vraten uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitvrat
dat jij uitvrat
dat hij uitvrat
dat wij uitvraten
dat jullie uitvraten
dat zij uitvraten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgevreten
jij had uitgevreten
hij had uitgevreten
wij hadden uitgevreten
jullie hadden uitgevreten
zij hadden uitgevreten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitvreten
jij zult uitvreten
hij zal uitvreten
wij zullen uitvreten
jullie zullen uitvreten
zij zullen uitvreten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgevreten hebben
jij zult uitgevreten hebben
hij zal uitgevreten hebben
wij zullen uitgevreten hebben
jullie zullen uitgevreten hebben
zij zullen uitgevreten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitvreten
jij zou uitvreten
hij zou uitvreten
wij zouden uitvreten
jullie zouden uitvreten
zij zouden uitvreten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgevreten hebben
jij zou uitgevreten hebben
hij zou uitgevreten hebben
wij zouden uitgevreten hebben
jullie zouden uitgevreten hebben
zij zouden uitgevreten hebben

Gebiedende wijs
vreet uit

Aanvoegende wijs
uitvrete

Voorbeelden

  1. Wat kom je dan hier uitvreten?
    What the hell are you doing here?
  2. Je weet maar nooit wat ze uitvreten.
    You never know what they could be plotting.
  3. Ik ga' s kijken wat jullie daar uitvreten.
    I 'm going over to check out what you 're doing.
  4. Kun je mee eens vertellen wat je daar aan het uitvreten was?
    Can you agree to tell you what there was to it uitvreten?
  5. Je zit nog vast en je droomt al van wat je gaat uitvreten als je vrijkomt.
    Still inside and already dreaming about what you 'll do when you 're out.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden