Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitvogelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgevogeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vogel uit
jij vogelt uit
hij vogelt uit
wij vogelen uit
jullie vogelen uit
zij vogelen uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitvogel
dat jij uitvogelt
dat hij uitvogelt
dat wij uitvogelen
dat jullie uitvogelen
dat zij uitvogelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgevogeld
jij hebt uitgevogeld
hij heeft uitgevogeld
wij hebben uitgevogeld
jullie hebben uitgevogeld
zij hebben uitgevogeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vogelde uit
jij vogelde uit
hij vogelde uit
wij vogelden uit
jullie vogelden uit
zij vogelden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitvogelde
dat jij uitvogelde
dat hij uitvogelde
dat wij uitvogelden
dat jullie uitvogelden
dat zij uitvogelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgevogeld
jij had uitgevogeld
hij had uitgevogeld
wij hadden uitgevogeld
jullie hadden uitgevogeld
zij hadden uitgevogeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitvogelen
jij zult uitvogelen
hij zal uitvogelen
wij zullen uitvogelen
jullie zullen uitvogelen
zij zullen uitvogelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgevogeld hebben
jij zult uitgevogeld hebben
hij zal uitgevogeld hebben
wij zullen uitgevogeld hebben
jullie zullen uitgevogeld hebben
zij zullen uitgevogeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitvogelen
jij zou uitvogelen
hij zou uitvogelen
wij zouden uitvogelen
jullie zouden uitvogelen
zij zouden uitvogelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgevogeld hebben
jij zou uitgevogeld hebben
hij zou uitgevogeld hebben
wij zouden uitgevogeld hebben
jullie zouden uitgevogeld hebben
zij zouden uitgevogeld hebben

Gebiedende wijs
vogel uit

Aanvoegende wijs
uitvogele

Voorbeelden

  1. Zwarte vogel, uit het blauw
    Black bird, from the blue
  2. Wanneer stierf die vogel uit?
    When did this bird die out?
  3. Ziet er als een vogel uit.
    Looks like some kind of bird.
  4. Vogel uit in welke toonaard, wil je?
    Figure out what key it 's in, okay?
  5. Zoals een vogel uit het net van de stroper...
    Like a bird from the snare of the fowler...
  6. James gooit een vogel uit een auto en Richard vergeet de afkorting voor Amerika.
    James throws a bird out of a car and Richard forgets the abbreviation for America.
  7. dat moet jij uitvogelen.
    You 'll have to puzzle it out.
  8. We moeten alleen uitvogelen welk.
    We just got to figure out which one.
  9. Laten we dit morgen uitvogelen.
    Let 's figure this out tomorrow.
  10. Slechts een paar dingen uitvogelen.
    Just a few details to sort out.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden