Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitvlakken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgevlakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vlak uit
jij vlakt uit
hij vlakt uit
wij vlakken uit
jullie vlakken uit
zij vlakken uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitvlak
dat jij uitvlakt
dat hij uitvlakt
dat wij uitvlakken
dat jullie uitvlakken
dat zij uitvlakken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgevlakt
jij hebt uitgevlakt
hij heeft uitgevlakt
wij hebben uitgevlakt
jullie hebben uitgevlakt
zij hebben uitgevlakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vlakte uit
jij vlakte uit
hij vlakte uit
wij vlakten uit
jullie vlakten uit
zij vlakten uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitvlakte
dat jij uitvlakte
dat hij uitvlakte
dat wij uitvlakten
dat jullie uitvlakten
dat zij uitvlakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgevlakt
jij had uitgevlakt
hij had uitgevlakt
wij hadden uitgevlakt
jullie hadden uitgevlakt
zij hadden uitgevlakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitvlakken
jij zult uitvlakken
hij zal uitvlakken
wij zullen uitvlakken
jullie zullen uitvlakken
zij zullen uitvlakken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgevlakt hebben
jij zult uitgevlakt hebben
hij zal uitgevlakt hebben
wij zullen uitgevlakt hebben
jullie zullen uitgevlakt hebben
zij zullen uitgevlakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitvlakken
jij zou uitvlakken
hij zou uitvlakken
wij zouden uitvlakken
jullie zouden uitvlakken
zij zouden uitvlakken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgevlakt hebben
jij zou uitgevlakt hebben
hij zou uitgevlakt hebben
wij zouden uitgevlakt hebben
jullie zouden uitgevlakt hebben
zij zouden uitgevlakt hebben

Gebiedende wijs
vlak uit

Aanvoegende wijs
uitvlakke

Voorbeelden

  1. De Donau loopt mond vlak uit in de Zwarte zee, is het niet?
    Donau runs straight out in The Black Sea, don 't it?
  2. Hem kan je niet uitvlakken.
    Can 't count him out.
  3. Maar laten we de hormonen niet helemaal uitvlakken.
    Let 's not discount the hormones altogether.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden