Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitventen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgevent

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vent uit
jij vent uit
hij vent uit
wij venten uit
jullie venten uit
zij venten uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitvent
dat jij uitvent
dat hij uitvent
dat wij uitventen
dat jullie uitventen
dat zij uitventen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgevent
jij hebt uitgevent
hij heeft uitgevent
wij hebben uitgevent
jullie hebben uitgevent
zij hebben uitgevent

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ventte uit
jij ventte uit
hij ventte uit
wij ventten uit
jullie ventten uit
zij ventten uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitventte
dat jij uitventte
dat hij uitventte
dat wij uitventten
dat jullie uitventten
dat zij uitventten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgevent
jij had uitgevent
hij had uitgevent
wij hadden uitgevent
jullie hadden uitgevent
zij hadden uitgevent

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitventen
jij zult uitventen
hij zal uitventen
wij zullen uitventen
jullie zullen uitventen
zij zullen uitventen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgevent hebben
jij zult uitgevent hebben
hij zal uitgevent hebben
wij zullen uitgevent hebben
jullie zullen uitgevent hebben
zij zullen uitgevent hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitventen
jij zou uitventen
hij zou uitventen
wij zouden uitventen
jullie zouden uitventen
zij zouden uitventen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgevent hebben
jij zou uitgevent hebben
hij zou uitgevent hebben
wij zouden uitgevent hebben
jullie zouden uitgevent hebben
zij zouden uitgevent hebben

Gebiedende wijs
vent uit

Aanvoegende wijs
uitvente

Voorbeelden

  1. Die vent uit jullie droom?
    You found the guy from your dream.
  2. Een vent uit de burgeroorlog.
    It 's some civil War guy.
  3. Ga je met die vent uit?
    You 're dating this guy?
  4. Ziet er een geschikte vent uit.
    Seems like a good guy.
  5. Ging jaren met deze vent uit.
    Going out with this guy for five years.
  6. Zet die vent uit je hoofd.
    Just forget about the guy.
  7. Die vent uit Halls of Montezuma.
    That 's the Halls of Montezuma guy.
  8. Die vent uit Aerosmith, Joe Perry.
    That guy from Aerosmith, Joe Perry.
  9. Dat is vast die vent uit Londen.
    Must be the dude from London.
  10. Blijf bij die vent uit de buurt.
    I want you to stay away from that guy.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden