Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitschuiven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgeschoven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schuif uit
jij schuift uit
hij schuift uit
wij schuiven uit
jullie schuiven uit
zij schuiven uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitschuif
dat jij uitschuift
dat hij uitschuift
dat wij uitschuiven
dat jullie uitschuiven
dat zij uitschuiven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgeschoven
jij hebt uitgeschoven
hij heeft uitgeschoven
wij hebben uitgeschoven
jullie hebben uitgeschoven
zij hebben uitgeschoven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schoof uit
jij schoof uit
hij schoof uit
wij schoven uit
jullie schoven uit
zij schoven uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitschoof
dat jij uitschoof
dat hij uitschoof
dat wij uitschoven
dat jullie uitschoven
dat zij uitschoven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgeschoven
jij had uitgeschoven
hij had uitgeschoven
wij hadden uitgeschoven
jullie hadden uitgeschoven
zij hadden uitgeschoven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitschuiven
jij zult uitschuiven
hij zal uitschuiven
wij zullen uitschuiven
jullie zullen uitschuiven
zij zullen uitschuiven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgeschoven hebben
jij zult uitgeschoven hebben
hij zal uitgeschoven hebben
wij zullen uitgeschoven hebben
jullie zullen uitgeschoven hebben
zij zullen uitgeschoven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitschuiven
jij zou uitschuiven
hij zou uitschuiven
wij zouden uitschuiven
jullie zouden uitschuiven
zij zouden uitschuiven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgeschoven hebben
jij zou uitgeschoven hebben
hij zou uitgeschoven hebben
wij zouden uitgeschoven hebben
jullie zouden uitgeschoven hebben
zij zouden uitgeschoven hebben

Gebiedende wijs
schuif uit

Aanvoegende wijs
uitschuive

Voorbeelden

  1. Ik schuif uit het bed.
    I 'll slide right out of bed.
  2. Uitschuiven in het vruchtwater van Judith.
    Slipping in Judith 's amniotic fluid.
  3. We blijven het gesprek voor ons uitschuiven.
    Okay... We keep shoving this conversation downstream.
  4. Omdat het licht het volgende aan het uitschuiven is.
    Because the light is extending the next one.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden