Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitroeien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgeroeid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik roei uit
jij roeit uit
hij roeit uit
wij roeien uit
jullie roeien uit
zij roeien uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitroei
dat jij uitroeit
dat hij uitroeit
dat wij uitroeien
dat jullie uitroeien
dat zij uitroeien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgeroeid
jij hebt uitgeroeid
hij heeft uitgeroeid
wij hebben uitgeroeid
jullie hebben uitgeroeid
zij hebben uitgeroeid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik roeide uit
jij roeide uit
hij roeide uit
wij roeiden uit
jullie roeiden uit
zij roeiden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitroeide
dat jij uitroeide
dat hij uitroeide
dat wij uitroeiden
dat jullie uitroeiden
dat zij uitroeiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgeroeid
jij had uitgeroeid
hij had uitgeroeid
wij hadden uitgeroeid
jullie hadden uitgeroeid
zij hadden uitgeroeid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitroeien
jij zult uitroeien
hij zal uitroeien
wij zullen uitroeien
jullie zullen uitroeien
zij zullen uitroeien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgeroeid hebben
jij zult uitgeroeid hebben
hij zal uitgeroeid hebben
wij zullen uitgeroeid hebben
jullie zullen uitgeroeid hebben
zij zullen uitgeroeid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitroeien
jij zou uitroeien
hij zou uitroeien
wij zouden uitroeien
jullie zouden uitroeien
zij zouden uitroeien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgeroeid hebben
jij zou uitgeroeid hebben
hij zou uitgeroeid hebben
wij zouden uitgeroeid hebben
jullie zouden uitgeroeid hebben
zij zouden uitgeroeid hebben

Gebiedende wijs
roei uit

Aanvoegende wijs
uitroeie

Voorbeelden

  1. Uitroeien Torchwood!
    Exterminate Torchwood!
  2. Aanvallen en uitroeien!
    Attack and eliminate it!
  3. We moeten het uitroeien.
    We 've got to stamp it out.
  4. We moeten ze uitroeien.
    We must exterminate them!
  5. Camulus liet ze uitroeien.
    Camulus ordered that they be wiped out.
  6. Je wilt ze uitroeien.
    You wanna sterilize the area.
  7. Dat je me wilt uitroeien?
    How you intend to exterminate me? No!
  8. Je kunt ze niet uitroeien.
    You can 't kill' em.
  9. Komaan, laten we ze uitroeien.
    Come on, let 's exterminate them.
  10. Dat ze ons zullen uitroeien?
    That we are in danger of extermination?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden