Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitputten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgeput

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik put uit
jij put uit
hij put uit
wij putten uit
jullie putten uit
zij putten uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitput
dat jij uitput
dat hij uitput
dat wij uitputten
dat jullie uitputten
dat zij uitputten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgeput
jij hebt uitgeput
hij heeft uitgeput
wij hebben uitgeput
jullie hebben uitgeput
zij hebben uitgeput

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik putte uit
jij putte uit
hij putte uit
wij putten uit
jullie putten uit
zij putten uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitputte
dat jij uitputte
dat hij uitputte
dat wij uitputten
dat jullie uitputten
dat zij uitputten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgeput
jij had uitgeput
hij had uitgeput
wij hadden uitgeput
jullie hadden uitgeput
zij hadden uitgeput

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitputten
jij zult uitputten
hij zal uitputten
wij zullen uitputten
jullie zullen uitputten
zij zullen uitputten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgeput hebben
jij zult uitgeput hebben
hij zal uitgeput hebben
wij zullen uitgeput hebben
jullie zullen uitgeput hebben
zij zullen uitgeput hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitputten
jij zou uitputten
hij zou uitputten
wij zouden uitputten
jullie zouden uitputten
zij zouden uitputten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgeput hebben
jij zou uitgeput hebben
hij zou uitgeput hebben
wij zouden uitgeput hebben
jullie zouden uitgeput hebben
zij zouden uitgeput hebben

Gebiedende wijs
put uit

Aanvoegende wijs
uitputte

Voorbeelden

  1. Ik zie dat je kracht put uit de filosofieën van het Beest.
    I can see that you feel very empowered by the philosophies of The Beast.
  2. Denk je dat hij plezier put uit... het verleiden van de vaders vrouw en dochter?
    Do you think he derives pleasure from seducing your father 's wife and daughter?
  3. Laat ze je niet uitputten.
    Don 't let' em wear you down.
  4. Ze willen je uitputten voor je...
    They want to sap your spirit before...
  5. Anderen zeggen dat ze onze bronnen uitputten.
    Others say they 're a drain on our resources.
  6. Ben je niet jezelf aan het uitputten?
    Aren 't you overexerting yourself?
  7. Ze willen ons uitputten, maar we kunnen winnen.
    They just want to wear us down, but we can win this!
  8. Je zult je uitputten door voor iedereen te zorgen.
    You 'll wear yourself out looking after everyone.
  9. Bleek dat Chesty Kournikova Vladimir aan het uitputten was.
    Turns out Chesty Kournikova was Vladimir putting' it out.
  10. We hebben niet begrepen dat we de natuur uitputten.
    We haven 't understood that we 're depleting what nature provides.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden