Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitmonsteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgemonsterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik monster uit
jij monstert uit
hij monstert uit
wij monsteren uit
jullie monsteren uit
zij monsteren uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitmonster
dat jij uitmonstert
dat hij uitmonstert
dat wij uitmonsteren
dat jullie uitmonsteren
dat zij uitmonsteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgemonsterd
jij hebt uitgemonsterd
hij heeft uitgemonsterd
wij hebben uitgemonsterd
jullie hebben uitgemonsterd
zij hebben uitgemonsterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik monsterde uit
jij monsterde uit
hij monsterde uit
wij monsterden uit
jullie monsterden uit
zij monsterden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitmonsterde
dat jij uitmonsterde
dat hij uitmonsterde
dat wij uitmonsterden
dat jullie uitmonsterden
dat zij uitmonsterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgemonsterd
jij had uitgemonsterd
hij had uitgemonsterd
wij hadden uitgemonsterd
jullie hadden uitgemonsterd
zij hadden uitgemonsterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitmonsteren
jij zult uitmonsteren
hij zal uitmonsteren
wij zullen uitmonsteren
jullie zullen uitmonsteren
zij zullen uitmonsteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgemonsterd hebben
jij zult uitgemonsterd hebben
hij zal uitgemonsterd hebben
wij zullen uitgemonsterd hebben
jullie zullen uitgemonsterd hebben
zij zullen uitgemonsterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitmonsteren
jij zou uitmonsteren
hij zou uitmonsteren
wij zouden uitmonsteren
jullie zouden uitmonsteren
zij zouden uitmonsteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgemonsterd hebben
jij zou uitgemonsterd hebben
hij zou uitgemonsterd hebben
wij zouden uitgemonsterd hebben
jullie zouden uitgemonsterd hebben
zij zouden uitgemonsterd hebben

Gebiedende wijs
monster uit

Aanvoegende wijs
uitmonstere

Voorbeelden

  1. Monster uit de Black Lagoon.
    You creature from the Black Lagoon.
  2. Visachtige monster uit de diepte.
    Fishy freaks of the deep.
  3. Het is het monster uit mijn kast.
    It 's the monster out of my closet!
  4. Ik haal er alleen een monster uit.
    I 'm just gonna extract a sample.
  5. Een monster uit hun werking in Pringle Creek.
    A sample from their operation in Pringle Creek.
  6. Je bent het monster uit je eigen film.
    You 're the sea creature from your own movie.
  7. Je zag er echt als een monster uit.
    You sure looked like a monster.
  8. Hij was als een monster, uit een sprookje.
    He was like a monster, from a fairytale.
  9. Mee eens, ik boor er een klein monster uit.
    Agreed. I 'll drill out a little sample.
  10. Ziet dat er als een monster uit volgens jou?
    Does that look like a monster to you?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden