Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitkristalliseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgekristalliseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kristalliseer uit
jij kristalliseert uit
hij kristalliseert uit
wij uitmarcheren uit
jullie uitmarcheren uit
zij uitmarcheren uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitkristalliseer
dat jij uitkristalliseert
dat hij uitkristalliseert
dat wij uituitmarcheren
dat jullie uituitmarcheren
dat zij uituitmarcheren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgekristalliseerd
jij hebt uitgekristalliseerd
hij heeft uitgekristalliseerd
wij hebben uitgekristalliseerd
jullie hebben uitgekristalliseerd
zij hebben uitgekristalliseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kristalliseerde uit
jij kristalliseerde uit
hij kristalliseerde uit
wij kristalliseerden uit
jullie kristalliseerden uit
zij kristalliseerden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitkristalliseerde
dat jij uitkristalliseerde
dat hij uitkristalliseerde
dat wij uitkristalliseerden
dat jullie uitkristalliseerden
dat zij uitkristalliseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgekristalliseerd
jij had uitgekristalliseerd
hij had uitgekristalliseerd
wij hadden uitgekristalliseerd
jullie hadden uitgekristalliseerd
zij hadden uitgekristalliseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitkristalliseren
jij zult uitkristalliseren
hij zal uitkristalliseren
wij zullen uitkristalliseren
jullie zullen uitkristalliseren
zij zullen uitkristalliseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgekristalliseerd hebben
jij zult uitgekristalliseerd hebben
hij zal uitgekristalliseerd hebben
wij zullen uitgekristalliseerd hebben
jullie zullen uitgekristalliseerd hebben
zij zullen uitgekristalliseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitkristalliseren
jij zou uitkristalliseren
hij zou uitkristalliseren
wij zouden uitkristalliseren
jullie zouden uitkristalliseren
zij zouden uitkristalliseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgekristalliseerd hebben
jij zou uitgekristalliseerd hebben
hij zou uitgekristalliseerd hebben
wij zouden uitgekristalliseerd hebben
jullie zouden uitgekristalliseerd hebben
zij zouden uitgekristalliseerd hebben

Gebiedende wijs
kristalliseer uit

Aanvoegende wijs
uitkristallisere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden