Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitkramen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgekraamd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kraam uit
jij kraamt uit
hij kraamt uit
wij kramen uit
jullie kramen uit
zij kramen uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitkraam
dat jij uitkraamt
dat hij uitkraamt
dat wij uitkramen
dat jullie uitkramen
dat zij uitkramen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgekraamd
jij hebt uitgekraamd
hij heeft uitgekraamd
wij hebben uitgekraamd
jullie hebben uitgekraamd
zij hebben uitgekraamd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kraamde uit
jij kraamde uit
hij kraamde uit
wij kraamden uit
jullie kraamden uit
zij kraamden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitkraamde
dat jij uitkraamde
dat hij uitkraamde
dat wij uitkraamden
dat jullie uitkraamden
dat zij uitkraamden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgekraamd
jij had uitgekraamd
hij had uitgekraamd
wij hadden uitgekraamd
jullie hadden uitgekraamd
zij hadden uitgekraamd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitkkramen
jij zult uitkkramen
hij zal uitkkramen
wij zullen uitkkramen
jullie zullen uitkkramen
zij zullen uitkkramen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgekraamd hebben
jij zult uitgekraamd hebben
hij zal uitgekraamd hebben
wij zullen uitgekraamd hebben
jullie zullen uitgekraamd hebben
zij zullen uitgekraamd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitkkramen
jij zou uitkkramen
hij zou uitkkramen
wij zouden uitkkramen
jullie zouden uitkkramen
zij zouden uitkkramen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgekraamd hebben
jij zou uitgekraamd hebben
hij zou uitgekraamd hebben
wij zouden uitgekraamd hebben
jullie zouden uitgekraamd hebben
zij zouden uitgekraamd hebben

Gebiedende wijs
kraam uit

Aanvoegende wijs
uitkrame

Voorbeelden

  1. Publiekelijk onzinnige monologen uitkramen.
    Rambling incoherent monologues in public.
  2. De hele dag onzin uitkramen?
    Talk bollocks all day?
  3. Hoe durf je zulke onzin uitkramen.
    How you say such rubish!
  4. Noordierse Zaken blijft dezelfde onzin uitkramen.
    The northern Ireland office are spouting the same old shite.
  5. Vind je dat volwassenen onzin uitkramen?
    You ever think that grownups are full of crap?
  6. Wil je niet van die onzin uitkramen?
    Can you not fill my head with that sort of nonsense?
  7. Je kunt dronken worden en onzin uitkramen.
    You mean get drunk and talk gibberish on the boat?
  8. Waarom liet je Ishihara al die onzin uitkramen?
    Why did you let Ishihara say all that crap?
  9. Ga is even rondkijken, in plaats van onzin uitkramen.
    Start looking around, instead of talking nonsense.
  10. onzin uitkramen op Twitter en MySpace sinds de laatste drie weken.
    they 've been talking smack on Twitter and MySpace for the last three weeks.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden