Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitkafferen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgekafferd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kaffer uit
jij kaffert uit
hij kaffert uit
wij kafferen uit
jullie kafferen uit
zij kafferen uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitkaffer
dat jij uitkaffert
dat hij uitkaffert
dat wij uitkafferen
dat jullie uitkafferen
dat zij uitkafferen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgekafferd
jij hebt uitgekafferd
hij heeft uitgekafferd
wij hebben uitgekafferd
jullie hebben uitgekafferd
zij hebben uitgekafferd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kafferde uit
jij kafferde uit
hij kafferde uit
wij kafferden uit
jullie kafferden uit
zij kafferden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitkafferde
dat jij uitkafferde
dat hij uitkafferde
dat wij uitkafferden
dat jullie uitkafferden
dat zij uitkafferden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgekafferd
jij had uitgekafferd
hij had uitgekafferd
wij hadden uitgekafferd
jullie hadden uitgekafferd
zij hadden uitgekafferd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitkafferen
jij zult uitkafferen
hij zal uitkafferen
wij zullen uitkafferen
jullie zullen uitkafferen
zij zullen uitkafferen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgekafferd hebben
jij zult uitgekafferd hebben
hij zal uitgekafferd hebben
wij zullen uitgekafferd hebben
jullie zullen uitgekafferd hebben
zij zullen uitgekafferd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitkafferen
jij zou uitkafferen
hij zou uitkafferen
wij zouden uitkafferen
jullie zouden uitkafferen
zij zouden uitkafferen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgekafferd hebben
jij zou uitgekafferd hebben
hij zou uitgekafferd hebben
wij zouden uitgekafferd hebben
jullie zouden uitgekafferd hebben
zij zouden uitgekafferd hebben

Gebiedende wijs
kaffer uit

Aanvoegende wijs
uitkaffere

Voorbeelden

  1. We moeten ze uitkafferen.
    You should say something!
  2. Haar uitkafferen helpt niet.
    How is yelling at her gonna help?
  3. Topher, je moet me niet zo uitkafferen.
    Jeez, Topher, you didn't have to go all Frankie Muniz on me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden