Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitdunnen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgedund

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dun uit
jij dunt uit
hij dunt uit
wij dunnen uit
jullie dunnen uit
zij dunnen uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitdun
dat jij uitdunt
dat hij uitdunt
dat wij uitdunnen
dat jullie uitdunnen
dat zij uitdunnen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgedund
jij hebt uitgedund
hij heeft uitgedund
wij hebben uitgedund
jullie hebben uitgedund
zij hebben uitgedund

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dunde uit
jij dunde uit
hij dunde uit
wij dunden uit
jullie dunden uit
zij dunden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitdunde
dat jij uitdunde
dat hij uitdunde
dat wij uitdunden
dat jullie uitdunden
dat zij uitdunden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgedund
jij had uitgedund
hij had uitgedund
wij hadden uitgedund
jullie hadden uitgedund
zij hadden uitgedund

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitdunnen
jij zult uitdunnen
hij zal uitdunnen
wij zullen uitdunnen
jullie zullen uitdunnen
zij zullen uitdunnen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgedund hebben
jij zult uitgedund hebben
hij zal uitgedund hebben
wij zullen uitgedund hebben
jullie zullen uitgedund hebben
zij zullen uitgedund hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitdunnen
jij zou uitdunnen
hij zou uitdunnen
wij zouden uitdunnen
jullie zouden uitdunnen
zij zouden uitdunnen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgedund hebben
jij zou uitgedund hebben
hij zou uitgedund hebben
wij zouden uitgedund hebben
jullie zouden uitgedund hebben
zij zouden uitgedund hebben

Gebiedende wijs
dun uit

Aanvoegende wijs
uitdunne

Voorbeelden

  1. Ze zien er erg dun uit.
    They look very thin.
  2. Je ziet er heel dun uit.
    You 're looking very thin.
  3. Trouwens, je ziet er dun uit.
    By the way, you look skinny.
  4. Hij ziet er een beetje dun uit.
    It 's a bit flimsy looking.
  5. En jij ziet er erg dun uit.
    And you 're looking very thin.
  6. Je haar ziet er niet zo erg dun uit.
    I don 't think your hair looks that stringy.
  7. Zullen we ze wat uitdunnen?
    Shall we sort it out?
  8. We gaan een kartel uitdunnen.
    We 're about to put a big dent in the cartel.
  9. We kunnen het uitdunnen met Brylcreem.
    We could flatten it with Brylcreem.
  10. Iemand moet echt deze kudde eens uitdunnen.
    Someone really needs to thin this herd.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden