Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitdoven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgedoofd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik doof uit
jij dooft uit
hij dooft uit
wij doven uit
jullie doven uit
zij doven uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitdoof
dat jij uitdooft
dat hij uitdooft
dat wij uitdoven
dat jullie uitdoven
dat zij uitdoven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgedoofd
jij hebt uitgedoofd
hij heeft uitgedoofd
wij hebben uitgedoofd
jullie hebben uitgedoofd
zij hebben uitgedoofd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik doofde uit
jij doofde uit
hij doofde uit
wij doofden uit
jullie doofden uit
zij doofden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitdoofde
dat jij uitdoofde
dat hij uitdoofde
dat wij uitdoofden
dat jullie uitdoofden
dat zij uitdoofden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgedoofd
jij had uitgedoofd
hij had uitgedoofd
wij hadden uitgedoofd
jullie hadden uitgedoofd
zij hadden uitgedoofd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitdoven
jij zult uitdoven
hij zal uitdoven
wij zullen uitdoven
jullie zullen uitdoven
zij zullen uitdoven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgedoofd hebben
jij zult uitgedoofd hebben
hij zal uitgedoofd hebben
wij zullen uitgedoofd hebben
jullie zullen uitgedoofd hebben
zij zullen uitgedoofd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitdoven
jij zou uitdoven
hij zou uitdoven
wij zouden uitdoven
jullie zouden uitdoven
zij zouden uitdoven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgedoofd hebben
jij zou uitgedoofd hebben
hij zou uitgedoofd hebben
wij zouden uitgedoofd hebben
jullie zouden uitgedoofd hebben
zij zouden uitgedoofd hebben

Gebiedende wijs
doof uit

Aanvoegende wijs
uitdove

Voorbeelden

  1. Ze ziet er niet doof uit.
    She doesn 't look deaf.
  2. Ooit zal de zon uitdoven.
    Eventually even the Sun must die.
  3. En het vuur moeten uitdoven, wat dan?
    And then he 'll put it out. Then what?
  4. Ooit kan de duisternis het licht voorgoed uitdoven.
    One day... Darkness could extinguish the light...
  5. Ze zeggen vaarwel net zo vlot als ze een sigaret uitdoven.
    They say goodbye with the same ease that they throw a finished cigarette in the ashtray.
  6. Ik waardeer je medewerking, mijnheer. maar ik ga dit laten uitdoven.
    I appreciate your cooperation, sir, but I 'm gonna let this simmer down.
  7. Ik zag het licht uitdoven in de ogen van dat kind.
    I watched the light go out of that child 's eyes.
  8. Voor de missie tegen het uitdoven van de zon. Niet voor dit.
    For the blotting out the sun mission, not this.
  9. En dan... zal al het licht uitdoven en zal de wereld in duisternis leven.
    And then... All light will end and the world will live in darkness.
  10. ik zou die vlammen uitdoven voordat ik gebakken zou worden. dat is mijn bruikbaarheid.
    I would put out the flames before they could cook me. That 's my usefulness.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden