Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: uitbenen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
uitgebeend

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik been uit
jij beent uit
hij beent uit
wij benen uit
jullie benen uit
zij benen uit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitbeen
dat jij uitbeent
dat hij uitbeent
dat wij uitbenen
dat jullie uitbenen
dat zij uitbenen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb uitgebeend
jij hebt uitgebeend
hij heeft uitgebeend
wij hebben uitgebeend
jullie hebben uitgebeend
zij hebben uitgebeend

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik beende uit
jij beende uit
hij beende uit
wij beenden uit
jullie beenden uit
zij beenden uit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik uitbeende
dat jij uitbeende
dat hij uitbeende
dat wij uitbeenden
dat jullie uitbeenden
dat zij uitbeenden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had uitgebeend
jij had uitgebeend
hij had uitgebeend
wij hadden uitgebeend
jullie hadden uitgebeend
zij hadden uitgebeend

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal uitbenen
jij zult uitbenen
hij zal uitbenen
wij zullen uitbenen
jullie zullen uitbenen
zij zullen uitbenen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal uitgebeend hebben
jij zult uitgebeend hebben
hij zal uitgebeend hebben
wij zullen uitgebeend hebben
jullie zullen uitgebeend hebben
zij zullen uitgebeend hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou uitbenen
jij zou uitbenen
hij zou uitbenen
wij zouden uitbenen
jullie zouden uitbenen
zij zouden uitbenen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou uitgebeend hebben
jij zou uitgebeend hebben
hij zou uitgebeend hebben
wij zouden uitgebeend hebben
jullie zouden uitgebeend hebben
zij zouden uitgebeend hebben

Gebiedende wijs
been uit

Aanvoegende wijs
uitbene

Voorbeelden

  1. Strek dat been uit naar mij.
    Extend that leg towards me.
  2. Met het verkeerde been uit bed gestapt?
    You get out the wrong side of bed this morning?
  3. Met het verkeerde been uit bed gestapt?
    You 've raised the left foot?
  4. Er is een piepkleine been uit te steken!
    There 's a teeny-weeny bone sticking out!
  5. Met' t verkeerde been uit de oorlog gestapt?
    Get up on the wrong side of the war?
  6. Het ziet er als een normaal been uit.
    It looks like an ordinary leg.
  7. Ben je met je verkeerde been uit bed gestapt?
    God! What side of the train did you wake up on?
  8. Ben je met het verkeerde been uit bed gestapt?
    Somebody woke up on the wrong side of the bed.
  9. Misschien ben je met het verkeerde been uit bed gestapt.
    Maybe you woke up on the wrong side of the bed.
  10. Ze gaan Dodd-Frank been voor been uit elkaar scheuren.
    They 're gonna rip Dodd-Frank limb from limb.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden