NL: typosquatten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
getyposquat
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik typosquat jij typosquat hij typosquat wij typosquatten jullie typosquatten zij typosquatten
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb getyposquat jij hebt getyposquat hij heeft getyposquat wij hebben getyposquat jullie hebben getyposquat zij hebben getyposquat
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik typosquatte jij typosquatte hij typosquatte wij typosquatten jullie typosquatten zij typosquatten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had getyposquat jij had getyposquat hij had getyposquat wij hadden getyposquat jullie hadden getyposquat zij hadden getyposquat
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal typosquatten jij zult typosquatten hij zal typosquatten wij zullen typosquatten jullie zullen typosquatten zij zullen typosquatten
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal getyposquat hebben jij zult getyposquat hebben hij zal getyposquat hebben wij zullen getyposquat hebben jullie zullen getyposquat hebben zij zullen getyposquat hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou typosquatten jij zou typosquatten hij zou typosquatten wij zouden typosquatten jullie zouden typosquatten zij zouden typosquatten
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou getyposquat hebben jij zou getyposquat hebben hij zou getyposquat hebben wij zouden getyposquat hebben jullie zouden getyposquat hebben zij zouden getyposquat hebben
|
| Gebiedende wijs |
typosquat
|
| Aanvoegende wijs |
| typosquatte |