NL: typecasten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
getypecast
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik typecast jij typecast hij typecast wij typecasten jullie typecasten zij typecasten
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb getypecast jij hebt getypecast hij heeft getypecast wij hebben getypecast jullie hebben getypecast zij hebben getypecast
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik typecastte jij typecastte hij typecastte wij typecastten jullie typecastten zij typecastten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had getypecast jij had getypecast hij had getypecast wij hadden getypecast jullie hadden getypecast zij hadden getypecast
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal typecasten jij zult typecasten hij zal typecasten wij zullen typecasten jullie zullen typecasten zij zullen typecasten
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal getypecast hebben jij zult getypecast hebben hij zal getypecast hebben wij zullen getypecast hebben jullie zullen getypecast hebben zij zullen getypecast hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou typecasten jij zou typecasten hij zou typecasten wij zouden typecasten jullie zouden typecasten zij zouden typecasten
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou getypecast hebben jij zou getypecast hebben hij zou getypecast hebben wij zouden getypecast hebben jullie zouden getypecast hebben zij zouden getypecast hebben
|
| Gebiedende wijs |
typecast
|
| Aanvoegende wijs |
| typecaste |