NL: tweaken
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
getweakt
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik tweak
jij tweakt
hij tweakt
wij tweaken
jullie tweaken
zij tweaken
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb getweakt
jij hebt getweakt
hij heeft getweakt
wij hebben getweakt
jullie hebben getweakt
zij hebben getweakt
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik tweakte
jij tweakte
hij tweakte
wij tweakten
jullie tweakten
zij tweakten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had getweakt
jij had getweakt
hij had getweakt
wij hadden getweakt
jullie hadden getweakt
zij hadden getweakt
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal tweaken
jij zult tweaken
hij zal tweaken
wij zullen tweaken
jullie zullen tweaken
zij zullen tweaken
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal getweakt hebben
jij zult getweakt hebben
hij zal getweakt hebben
wij zullen getweakt hebben
jullie zullen getweakt hebben
zij zullen getweakt hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou tweaken
jij zou tweaken
hij zou tweaken
wij zouden tweaken
jullie zouden tweaken
zij zouden tweaken
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou getweakt hebben
jij zou getweakt hebben
hij zou getweakt hebben
wij zouden getweakt hebben
jullie zouden getweakt hebben
zij zouden getweakt hebben
|
| Gebiedende wijs |
tweak
|
| Aanvoegende wijs |
| tweake |
Nederlandse werkwoorden
Duitse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Franse werkwoorden
Spaanse werkwoorden