Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: tsjilpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getsjilpt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik tsjilp
jij tsjilpt
hij tsjilpt
wij tsjilpen
jullie tsjilpen
zij tsjilpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getsjilpt
jij hebt getsjilpt
hij heeft getsjilpt
wij hebben getsjilpt
jullie hebben getsjilpt
zij hebben getsjilpt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik tsjilpte
jij tsjilpte
hij tsjilpte
wij tsjilpten
jullie tsjilpten
zij tsjilpten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getsjilpt
jij had getsjilpt
hij had getsjilpt
wij hadden getsjilpt
jullie hadden getsjilpt
zij hadden getsjilpt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal tsjilpen
jij zult tsjilpen
hij zal tsjilpen
wij zullen tsjilpen
jullie zullen tsjilpen
zij zullen tsjilpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getsjilpt hebben
jij zult getsjilpt hebben
hij zal getsjilpt hebben
wij zullen getsjilpt hebben
jullie zullen getsjilpt hebben
zij zullen getsjilpt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou tsjilpen
jij zou tsjilpen
hij zou tsjilpen
wij zouden tsjilpen
jullie zouden tsjilpen
zij zouden tsjilpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getsjilpt hebben
jij zou getsjilpt hebben
hij zou getsjilpt hebben
wij zouden getsjilpt hebben
jullie zouden getsjilpt hebben
zij zouden getsjilpt hebben

Gebiedende wijs
tsjilp

Aanvoegende wijs
tsjilpe

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden