Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: trippen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getript

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik trip
jij tript
hij tript
wij trippen
jullie trippen
zij trippen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getript
jij hebt getript
hij heeft getript
wij hebben getript
jullie hebben getript
zij hebben getript

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik tripte
jij tripte
hij tripte
wij tripten
jullie tripten
zij tripten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getript
jij had getript
hij had getript
wij hadden getript
jullie hadden getript
zij hadden getript

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal trippen
jij zult trippen
hij zal trippen
wij zullen trippen
jullie zullen trippen
zij zullen trippen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getript hebben
jij zult getript hebben
hij zal getript hebben
wij zullen getript hebben
jullie zullen getript hebben
zij zullen getript hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou trippen
jij zou trippen
hij zou trippen
wij zouden trippen
jullie zouden trippen
zij zouden trippen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getript hebben
jij zou getript hebben
hij zou getript hebben
wij zouden getript hebben
jullie zouden getript hebben
zij zouden getript hebben

Gebiedende wijs
trip

Aanvoegende wijs
trippe

Voorbeelden

  1. Fijne trip, junkie.
    Have a nice trip, junkie.
  2. Veelbewogen trip, nietwaar?
    Eventful trip, was it?
  3. Echt volwassen, Trip.
    Really mature, Trip.
  4. Trip, beheers je.
    Trip, take it easy.
  5. 15 seconden, Trip.
    15 seconds, Trip.
  6. Klaar voor onze trip?
    Ready for our little trip?
  7. Wat een trip, man.
    What a trip, man.
  8. Ik trip al genoeg.
    I 'm tripping heavily already.
  9. We doen jouw trip.
    We 'll take the road trip.
  10. Deze trip was ongelooflijk!
    This trip has been unbelievable!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden