Voorbeelden

1. Un modèle qu' on tringle dans un atelier?
   Een model die je in een atelier naait?
2. Sur un balcon, au dixième étage accroché à une tringle à rideaux.
   Naar een balkon op de 10e verdieping, vastgebonden aan een douche gordijn.
3. Il n' y a même pas de tringle pour les robes dans ce taudis.
   Er is zelfs geen een kleerhanger in deze dumpzooi.
4. Avant d' aller tringler toute la nuit!
   En dan neukten ze thuis hun vrouw plat.
5. Il était ici à tringler un cheval.
   Hij was hier een paard aan het neuken.
6. Barry, tu peux la tringler quand tu veux.
   Barry, je mag mijn vrouw naaien wanneer je wil.
7. On n' a qu' à tringler les témoins.
   Dan gaan we alle getuigen neuken.
8. C' est bizarre, les chiens mâles et femelles aiment le tringler.
   Wel vreemd, de mannetjeshonden en vrouwtjeshonden bespringen hem.
9. Mais on ne peut pas tringler de l' aube au crépuscule, chère.
   We kunnen niet de hele dag gaan naaien, schat.
10. On l' a surpris en train de tringler la fille du commissaire.
    Hij werd gepakt terwijl hij de commissaris' dochter aan het naaien was.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden