Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to trifle    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
trifling

Present simple (ott)
I trifle
you trifle
he trifles
we trifle
you trifle
they trifle

Present perfect (vtt)
I have trifled
you have trifled
he has trifled
we have trifled
you have trifled
they have trifled

Past Simple (ovt)
I trifled
you trifled
he trifled
we trifled
you trifled
they trifled

Past perfect (vvt)
I had trifled
you had trifled
he had trifled
we had trifled
you had trifled
they had trifled

Present future (ottt)
I will trifle
you will trifle
he will trifle
we will trifle
you will trifle
they will trifle

Present future perfect (vttt)
I will have trifled
you will have trifled
he will have trifled
we will have trifled
you will have trifled
they will have trifled

Past future (ovtt)
I would trifle
you would trifle
he would trifle
we would trifle
you would trifle
they would trifle

Past future perfect (vvtt)
I would have trifled
you would have trifled
he would have trifled
we would have trifled
you would have trifled
they would have trifled


Voorbeelden

  1. It 's just a trifle.
    Het is maar een proefstuk.
  2. It 's a trifle heavy.
    Het is aan de zware kant.
  3. It 's just a trifle.
    Het is maar een kleinigheid.
  4. Isn 't that a trifle foppish?
    is dat niet een fatterige kleinigheid?
  5. You 're looking a trifle peaky.
    Je ziet er wat pips uit.
  6. You don 't trifle with a Bogati.
    Je maakt best geen ruzie met een Bogati.
  7. Because of some trifle on my part...
    Wegens een foutje van mijn kant...
  8. No, but it is a trifle tedious.
    Nee, maar het is wel wat saai.
  9. .. and butterfly cakes and a sherry trifle.
    En vlindertaart. En een sherry trifle.
  10. Madam, now you unsettle and trifle with me.
    Mevrouw, nu speelt u met me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden