Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: treuzelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getreuzeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik treuzel
jij treuzelt
hij treuzelt
wij treuzelen
jullie treuzelen
zij treuzelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getreuzeld
jij hebt getreuzeld
hij heeft getreuzeld
wij hebben getreuzeld
jullie hebben getreuzeld
zij hebben getreuzeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik treuzelde
jij treuzelde
hij treuzelde
wij treuzelden
jullie treuzelden
zij treuzelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getreuzeld
jij had getreuzeld
hij had getreuzeld
wij hadden getreuzeld
jullie hadden getreuzeld
zij hadden getreuzeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal treuzelen
jij zult treuzelen
hij zal treuzelen
wij zullen treuzelen
jullie zullen treuzelen
zij zullen treuzelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getreuzeld hebben
jij zult getreuzeld hebben
hij zal getreuzeld hebben
wij zullen getreuzeld hebben
jullie zullen getreuzeld hebben
zij zullen getreuzeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou treuzelen
jij zou treuzelen
hij zou treuzelen
wij zouden treuzelen
jullie zouden treuzelen
zij zouden treuzelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getreuzeld hebben
jij zou getreuzeld hebben
hij zou getreuzeld hebben
wij zouden getreuzeld hebben
jullie zouden getreuzeld hebben
zij zouden getreuzeld hebben

Gebiedende wijs
treuzel

Aanvoegende wijs
treuzele

Voorbeelden

  1. Waarom treuzel je?
    Why are you stalling?
  2. Man, treuzel niet #
    man. don' t hesitate #
  3. Waarom treuzel je?
    Why are you dallying?
  4. Waarom treuzel je zo?
    [ sighs ] Why are you loitering?
  5. Waarom treuzel je zo?
    What 's taking you so long?
  6. Ik treuzel liever niet.
    I 'd rather not hang around.
  7. Sorry, sir, ik treuzel niet hoor.
    I 'm sorry, sir, I wasn 't dawdling.
  8. De meter loopt... dus treuzel niet en vul deze jerrycan.
    He 's there with the meter running so stop dilly-dallying and fill this can up.
  9. Ga door met patrouileren en treuzel niet bij de grens.
    Continue patrol and do not linger on the border.
  10. Wat treuzel je je meester te gehoorzamen als ik daar ook naar verlang?
    Thou art too slow to do thy master 's bidding when I desire it too.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden