NL: trendsetten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
getrendset
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik trendset jij trendset hij trendset wij trendsetten jullie trendsetten zij trendsetten
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb getrendset jij hebt getrendset hij heeft getrendset wij hebben getrendset jullie hebben getrendset zij hebben getrendset
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik trendsette jij trendsette hij trendsette wij trendsetten jullie trendsetten zij trendsetten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had getrendset jij had getrendset hij had getrendset wij hadden getrendset jullie hadden getrendset zij hadden getrendset
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal trendsetten jij zult trendsetten hij zal trendsetten wij zullen trendsetten jullie zullen trendsetten zij zullen trendsetten
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal getrendset hebben jij zult getrendset hebben hij zal getrendset hebben wij zullen getrendset hebben jullie zullen getrendset hebben zij zullen getrendset hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou trendsetten jij zou trendsetten hij zou trendsetten wij zouden trendsetten jullie zouden trendsetten zij zouden trendsetten
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou getrendset hebben jij zou getrendset hebben hij zou getrendset hebben wij zouden getrendset hebben jullie zouden getrendset hebben zij zouden getrendset hebben
|
Gebiedende wijs |
trendset
|
Aanvoegende wijs |
trendsette |