Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: traumatiseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getraumatiseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik traumatiseer
jij traumatiseert
hij traumatiseert
wij traumatiseren
jullie traumatiseren
zij traumatiseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getraumatiseerd
jij hebt getraumatiseerd
hij heeft getraumatiseerd
wij hebben getraumatiseerd
jullie hebben getraumatiseerd
zij hebben getraumatiseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik traumatiseerde
jij traumatiseerde
hij traumatiseerde
wij traumatiseerden
jullie traumatiseerden
zij traumatiseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getraumatiseerd
jij had getraumatiseerd
hij had getraumatiseerd
wij hadden getraumatiseerd
jullie hadden getraumatiseerd
zij hadden getraumatiseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal traumatiseren
jij zult traumatiseren
hij zal traumatiseren
wij zullen traumatiseren
jullie zullen traumatiseren
zij zullen traumatiseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getraumatiseerd hebben
jij zult getraumatiseerd hebben
hij zal getraumatiseerd hebben
wij zullen getraumatiseerd hebben
jullie zullen getraumatiseerd hebben
zij zullen getraumatiseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou traumatiseren
jij zou traumatiseren
hij zou traumatiseren
wij zouden traumatiseren
jullie zouden traumatiseren
zij zouden traumatiseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getraumatiseerd hebben
jij zou getraumatiseerd hebben
hij zou getraumatiseerd hebben
wij zouden getraumatiseerd hebben
jullie zouden getraumatiseerd hebben
zij zouden getraumatiseerd hebben

Gebiedende wijs
traumatiseer

Aanvoegende wijs
traumatisere

Voorbeelden

  1. Wat, en haar nog meer traumatiseren?
    What, and traumatise her even more?
  2. Kom op, laten we een aantal laboratoriumratten traumatiseren.
    Come on, let 's go traumatize some lab rats.
  3. Jullie moeten snoep uitdelen, niet m' n kind traumatiseren.
    You 're supposed to hand out candy, not traumatize my kid.
  4. Oke, een goede manier om mij zowel te steunen als te traumatiseren.
    Okay, way to simultaneously support and traumatize me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden