1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. transfuse

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to transfuse    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
transfusing

Present simple (ott)
I transfuse
you transfuse
he transfuses
we transfuse
you transfuse
they transfuse

Present perfect (vtt)
I have transfused
you have transfused
he has transfused
we have transfused
you have transfused
they have transfused

Past Simple (ovt)
I transfused
you transfused
he transfused
we transfused
you transfused
they transfused

Past perfect (vvt)
I had transfused
you had transfused
he had transfused
we had transfused
you had transfused
they had transfused

Present future (ottt)
I will transfuse
you will transfuse
he will transfuse
we will transfuse
you will transfuse
they will transfuse

Present future perfect (vttt)
I will have transfused
you will have transfused
he will have transfused
we will have transfused
you will have transfused
they will have transfused

Past future (ovtt)
I would transfuse
you would transfuse
he would transfuse
we would transfuse
you would transfuse
they would transfuse

Past future perfect (vvtt)
I would have transfused
you would have transfused
he would have transfused
we would have transfused
you would have transfused
they would have transfused


Voorbeelden

  1. Get ready to transfuse.
    Transfusie voorbereiden.
  2. did you transfuse platelets?
    Heb je transfusie gegeven?
  3. You can transfuse me then.
    Dan kun je me een transfusie geven.
  4. l wanna auto-transfuse this guy.
    Ik wil autotransfusie gebruiken.
  5. So transfuse blood from those donors.
    Geef dan bloed van die donors.
  6. You 're not gonna transfuse him?
    Je gaat hem geen transfusie geven?
  7. I never knew it was possible to transfuse that fast.
    Ik wist niet dat een transfusie zo snel kon.
  8. I let you stick needles in me, Transfuse cadaver blood.
    Ik liet je naalden in me steken, me een transfusie geven met kadaver bloed.
  9. If we transfuse him intravenously, his body won 't be overwhelmed.
    Als we dat intraveneus toedienen, zal zijn lichaam niet overbelast worden.
  10. We need to transfuse you with several units of blood right away.
    We moeten u meteen meerdere bloedtransfusies geven.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try