Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: traineren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getraineerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik traineer
jij traineert
hij traineert
wij traineren
jullie traineren
zij traineren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getraineerd
jij hebt getraineerd
hij heeft getraineerd
wij hebben getraineerd
jullie hebben getraineerd
zij hebben getraineerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik traineerde
jij traineerde
hij traineerde
wij traineerden
jullie traineerden
zij traineerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getraineerd
jij had getraineerd
hij had getraineerd
wij hadden getraineerd
jullie hadden getraineerd
zij hadden getraineerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal traineren
jij zult traineren
hij zal traineren
wij zullen traineren
jullie zullen traineren
zij zullen traineren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getraineerd hebben
jij zult getraineerd hebben
hij zal getraineerd hebben
wij zullen getraineerd hebben
jullie zullen getraineerd hebben
zij zullen getraineerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou traineren
jij zou traineren
hij zou traineren
wij zouden traineren
jullie zouden traineren
zij zouden traineren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getraineerd hebben
jij zou getraineerd hebben
hij zou getraineerd hebben
wij zouden getraineerd hebben
jullie zouden getraineerd hebben
zij zouden getraineerd hebben

Gebiedende wijs
traineer

Aanvoegende wijs
trainere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden