Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: trainen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getraind

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik train
jij traint
hij traint
wij trainen
jullie trainen
zij trainen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getraind
jij hebt getraind
hij heeft getraind
wij hebben getraind
jullie hebben getraind
zij hebben getraind

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik trainde
jij trainde
hij trainde
wij trainden
jullie trainden
zij trainden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getraind
jij had getraind
hij had getraind
wij hadden getraind
jullie hadden getraind
zij hadden getraind

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal trainen
jij zult trainen
hij zal trainen
wij zullen trainen
jullie zullen trainen
zij zullen trainen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getraind hebben
jij zult getraind hebben
hij zal getraind hebben
wij zullen getraind hebben
jullie zullen getraind hebben
zij zullen getraind hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou trainen
jij zou trainen
hij zou trainen
wij zouden trainen
jullie zouden trainen
zij zouden trainen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getraind hebben
jij zou getraind hebben
hij zou getraind hebben
wij zouden getraind hebben
jullie zouden getraind hebben
zij zouden getraind hebben

Gebiedende wijs
train

Aanvoegende wijs
traine

Voorbeelden

  1. Train met Spartacus.
    Make-double with Spartacus.
  2. 0ut of my brain on the train, on the train
    # Out of my brain on the train, on the train
  3. Train je ergens voor?
    You 're training for something?
  4. lk train en ren...
    I train and I run...
  5. Train je met gewichten?
    Do you lift weights?
  6. Ik train mezelf wel.
    I 'll train myself.
  7. Dan train ik harder.
    I shall train harder then.
  8. Hoi, met A-Train.
    Yo, it 's A-Train.
  9. Train je niet vandaag?
    No training today?
  10. Train jij elke dag?
    You work out every day?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden