Voorbeelden

1. Let 's just topple 95.
   Laten we 95 nou maar halen.
2. Yeah, you 'd better topple.
   Ja, je kunt beter ten val te brengen.
3. He could topple our whole operation.
   Hij kan onze hele operatie overhoop gooien.
4. Each tries to topple his opponent.
   Elk probeert zijn tegenstander omver te werpen.
5. You can topple the government with this.
   Je kunt het kabinet Laten vallen.
6. That I 'm not seeking to topple her?
   Dat ik niet van plan ben haar omver te werpen?
7. I think I 'm going to topple over.
   Ik denk dat ik ga omvallen.
8. You can do that until you topple over.
   Daar kun je mee doorgaan tot je omvalt.
9. Art should bring emotion that can topple tyranny.
   Kunst moet emotie uitdrukken die tirannie doet omvallen.
10. Every time there 's an incident, you topple a water tower?
    Elke keer als er een incident is, werp je de watertoren omver?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden