Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: toewensen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
toegewenst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wens toe
jij wenst toe
hij wenst toe
wij wensen toe
jullie wensen toe
zij wensen toe

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toewens
dat jij toewenst
dat hij toewenst
dat wij toewensen
dat jullie toewensen
dat zij toewensen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb toegewenst
jij hebt toegewenst
hij heeft toegewenst
wij hebben toegewenst
jullie hebben toegewenst
zij hebben toegewenst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wenste toe
jij wenste toe
hij wenste toe
wij wensten toe
jullie wensten toe
zij wensten toe

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toewenste
dat jij toewenste
dat hij toewenste
dat wij toewensten
dat jullie toewensten
dat zij toewensten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had toegewenst
jij had toegewenst
hij had toegewenst
wij hadden toegewenst
jullie hadden toegewenst
zij hadden toegewenst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal toewensen
jij zult toewensen
hij zal toewensen
wij zullen toewensen
jullie zullen toewensen
zij zullen toewensen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal toegewenst hebben
jij zult toegewenst hebben
hij zal toegewenst hebben
wij zullen toegewenst hebben
jullie zullen toegewenst hebben
zij zullen toegewenst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou toewensen
jij zou toewensen
hij zou toewensen
wij zouden toewensen
jullie zouden toewensen
zij zouden toewensen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou toegewenst hebben
jij zou toegewenst hebben
hij zou toegewenst hebben
wij zouden toegewenst hebben
jullie zouden toegewenst hebben
zij zouden toegewenst hebben

Gebiedende wijs
wens toe

Aanvoegende wijs
toewense

Voorbeelden

  1. Dat zou ik niemand willen toewensen.
    I would never wish that on anyone.
  2. Ik zou het jullie niet toewensen.
    I wouldn 't wish it on either of you.
  3. Ik wilde iedereen veel succes toewensen.
    I just wanted to wish good luck to everyone.
  4. Dat zou iedereen z' n dierbaren toewensen.
    Anyone would wish the same for family they love.
  5. Je kunt me beter' n lang leven toewensen.
    You 'd better wish me a long life.
  6. Je zou dit Arthur toch ook niet toewensen.
    You would not wish it on Arthur.
  7. Ik zou geen hond zo' n huwelijk toewensen.
    I wouldn 't wish marriage on a dog.
  8. Ik wil u zegenen en al het goede toewensen...
    If I might offer a blessing just to wish you well.
  9. Dat is het beste wat je ze kunt toewensen.
    That is the best fate you can wish for them.
  10. Waardevollere geschenken dan het geluk dat we onszelf toewensen.
    As gifts more precious than the happiness we wish for ourselves.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden