Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: toesteken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
toegestoken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik steek toe
jij steekt toe
hij steekt toe
wij steken toe
jullie steken toe
zij steken toe

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toesteek
dat jij toesteekt
dat hij toesteekt
dat wij toesteken
dat jullie toesteken
dat zij toesteken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb toegestoken
jij hebt toegestoken
hij heeft toegestoken
wij hebben toegestoken
jullie hebben toegestoken
zij hebben toegestoken

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stak toe
jij stak toe
hij stak toe
wij staken toe
jullie staken toe
zij staken toe

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toestak
dat jij toestak
dat hij toestak
dat wij toestaken
dat jullie toestaken
dat zij toestaken

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had toegestoken
jij had toegestoken
hij had toegestoken
wij hadden toegestoken
jullie hadden toegestoken
zij hadden toegestoken

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal toesteken
jij zult toesteken
hij zal toesteken
wij zullen toesteken
jullie zullen toesteken
zij zullen toesteken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal toegestoken hebben
jij zult toegestoken hebben
hij zal toegestoken hebben
wij zullen toegestoken hebben
jullie zullen toegestoken hebben
zij zullen toegestoken hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou toesteken
jij zou toesteken
hij zou toesteken
wij zouden toesteken
jullie zouden toesteken
zij zouden toesteken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou toegestoken hebben
jij zou toegestoken hebben
hij zou toegestoken hebben
wij zouden toegestoken hebben
jullie zouden toegestoken hebben
zij zouden toegestoken hebben

Gebiedende wijs
steek toe

Aanvoegende wijs
toesteke

Voorbeelden

  1. Toesteken met de punt.
    Stick' em with the pointy end.
  2. Wil je een handje toesteken?
    Mind giving me a hand?
  3. Zal ik echt geen handje toesteken?
    Sure you don 't want any help with that?
  4. Soms moetje haar een handje toesteken.
    Sometimes you must give her a hand.
  5. Je had me geen afdrukje moeten toesteken.
    You didn 't have to sneak me a copy.
  6. Ik wil enkel een handje toesteken, chef.
    I 'm just trying to lend a helping hand here, chief.
  7. Maar Lucas kan wel een handje toesteken, hè?
    But you got lucas to help you, right?
  8. Zou je verloofde mij een handje kunnen toesteken?
    You think your fiancé could give me a hand?
  9. Neem je bijl en kom hier een handje toesteken.
    Get your axe and come on up here and pitch in.
  10. En vergeet niet... Het is pareren, dan toesteken, net als seks.
    And remember... it 's parry, then thrust, just like sex.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden