Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: toesnellen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
toegesneld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik snel toe
jij snelt toe
hij snelt toe
wij snellen toe
jullie snellen toe
zij snellen toe

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toesnel
dat jij toesnelt
dat hij toesnelt
dat wij toesnellen
dat jullie toesnellen
dat zij toesnellen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb toegesneld
jij hebt toegesneld
hij heeft toegesneld
wij hebben toegesneld
jullie hebben toegesneld
zij hebben toegesneld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik snelde toe
jij snelde toe
hij snelde toe
wij snelden toe
jullie snelden toe
zij snelden toe

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toesnelde
dat jij toesnelde
dat hij toesnelde
dat wij toesnelden
dat jullie toesnelden
dat zij toesnelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had toegesneld
jij had toegesneld
hij had toegesneld
wij hadden toegesneld
jullie hadden toegesneld
zij hadden toegesneld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal toesnellen
jij zult toesnellen
hij zal toesnellen
wij zullen toesnellen
jullie zullen toesnellen
zij zullen toesnellen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal toegesneld hebben
jij zult toegesneld hebben
hij zal toegesneld hebben
wij zullen toegesneld hebben
jullie zullen toegesneld hebben
zij zullen toegesneld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou toesnellen
jij zou toesnellen
hij zou toesnellen
wij zouden toesnellen
jullie zouden toesnellen
zij zouden toesnellen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou toegesneld hebben
jij zou toegesneld hebben
hij zou toegesneld hebben
wij zouden toegesneld hebben
jullie zouden toegesneld hebben
zij zouden toegesneld hebben

Gebiedende wijs
snel toe

Aanvoegende wijs
toesnelle

Voorbeelden

  1. Je slaat te snel toe.
    You 're striking too quickly.
  2. Dus sla snel toe en hard.
    Now strike quickly and hard.
  3. Ze slaan hard en snel toe.
    They hit hard and fast.
  4. Geef niet zo snel toe aan je instinct.
    You must not elevate your fighting instincts all at once!
  5. U had gelijk om als eerste en snel toe te slaan, mijn Heer.
    You were right to strike first and strike quickly, My Liege.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden