Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: toepassen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
toegepast

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik pas toe
jij past toe
hij past toe
wij passen toe
jullie passen toe
zij passen toe

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toepas
dat jij toepast
dat hij toepast
dat wij toepassen
dat jullie toepassen
dat zij toepassen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb toegepast
jij hebt toegepast
hij heeft toegepast
wij hebben toegepast
jullie hebben toegepast
zij hebben toegepast

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik paste toe
jij paste toe
hij paste toe
wij pasten toe
jullie pasten toe
zij pasten toe

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toepaste
dat jij toepaste
dat hij toepaste
dat wij toepasten
dat jullie toepasten
dat zij toepasten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had toegepast
jij had toegepast
hij had toegepast
wij hadden toegepast
jullie hadden toegepast
zij hadden toegepast

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal toepassen
jij zult toepassen
hij zal toepassen
wij zullen toepassen
jullie zullen toepassen
zij zullen toepassen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal toegepast hebben
jij zult toegepast hebben
hij zal toegepast hebben
wij zullen toegepast hebben
jullie zullen toegepast hebben
zij zullen toegepast hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou toepassen
jij zou toepassen
hij zou toepassen
wij zouden toepassen
jullie zouden toepassen
zij zouden toepassen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou toegepast hebben
jij zou toegepast hebben
hij zou toegepast hebben
wij zouden toegepast hebben
jullie zouden toegepast hebben
zij zouden toegepast hebben

Gebiedende wijs
pas toe

Aanvoegende wijs
toepasse

Voorbeelden

  1. Ik ben net pas toe aan vast voedsel, dus...
    Who are we kidding? I 'm barely on solid food myself, so...
  2. Toepassen aan wat?
    Apply it to what?
  3. Ga het nu toepassen.
    Now you gonna put it in action.
  4. Hij wil dat toepassen.
    He wants to engage.
  5. Het toepassen van bloedzuigers.
    The application of leeches.
  6. We kunnen ook laserchirurgie toepassen.
    We can also perform laser surgery.
  7. We moeten zijdelingse druk toepassen.
    We need to apply side pressure.
  8. We moeten het 25e Amendement toepassen.
    We 're gonna have to start talking about the 25th Amendment.
  9. Ik zal me aan jou toepassen.
    I 'm whatever you want me to be.
  10. laten we vanaf hier scoutingtechnieken toepassen.
    Let 's adopt scouting tactics from here.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden