Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: toelaten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
toegelaten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik laat toe
jij laat toe
hij laat toe
wij laten toe
jullie laten toe
zij laten toe

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toelaat
dat jij toelaat
dat hij toelaat
dat wij toelaten
dat jullie toelaten
dat zij toelaten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb toegelaten
jij hebt toegelaten
hij heeft toegelaten
wij hebben toegelaten
jullie hebben toegelaten
zij hebben toegelaten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik liet toe
jij liet toe
hij liet toe
wij lieten toe
jullie lieten toe
zij lieten toe

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toeliet
dat jij toeliet
dat hij toeliet
dat wij toelieten
dat jullie toelieten
dat zij toelieten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had toegelaten
jij had toegelaten
hij had toegelaten
wij hadden toegelaten
jullie hadden toegelaten
zij hadden toegelaten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal toelaten
jij zult toelaten
hij zal toelaten
wij zullen toelaten
jullie zullen toelaten
zij zullen toelaten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal toegelaten hebben
jij zult toegelaten hebben
hij zal toegelaten hebben
wij zullen toegelaten hebben
jullie zullen toegelaten hebben
zij zullen toegelaten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou toelaten
jij zou toelaten
hij zou toelaten
wij zouden toelaten
jullie zouden toelaten
zij zouden toelaten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou toegelaten hebben
jij zou toegelaten hebben
hij zou toegelaten hebben
wij zouden toegelaten hebben
jullie zouden toegelaten hebben
zij zouden toegelaten hebben

Gebiedende wijs
laat toe

Aanvoegende wijs
toelate

Voorbeelden

  1. De Wet laat toe
    The law allows
  2. Laat toe dat mijn naam je beschermt.
    Allow my name to protect you.
  3. Mijn vader laat toe zich optimistisch te voelen.
    My father 's allowing himself to feel optimistic.
  4. Je laat toe dat hij je bedonderd en waarvoor?
    You let him screw you and for what?
  5. Een moord toelaten?
    Authorize a kill order?
  6. Iedereen weer toelaten.
    Readmit everyone.
  7. Ga je dat toelaten?
    You 're gonna let them do that?
  8. Je moet het toelaten.
    You should allow it.
  9. Het zal me toelaten...
    It will allow me to...
  10. Moet ik dat toelaten?
    I can 't ignore it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden