Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: toedekken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
toegedekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dek toe
jij dekt toe
hij dekt toe
wij dekken toe
jullie dekken toe
zij dekken toe

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toedek
dat jij toedekt
dat hij toedekt
dat wij toedekken
dat jullie toedekken
dat zij toedekken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb toegedekt
jij hebt toegedekt
hij heeft toegedekt
wij hebben toegedekt
jullie hebben toegedekt
zij hebben toegedekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dekte toe
jij dekte toe
hij dekte toe
wij dekten toe
jullie dekten toe
zij dekten toe

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik toedekte
dat jij toedekte
dat hij toedekte
dat wij toedekten
dat jullie toedekten
dat zij toedekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had toegedekt
jij had toegedekt
hij had toegedekt
wij hadden toegedekt
jullie hadden toegedekt
zij hadden toegedekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal toedekken
jij zult toedekken
hij zal toedekken
wij zullen toedekken
jullie zullen toedekken
zij zullen toedekken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal toegedekt hebben
jij zult toegedekt hebben
hij zal toegedekt hebben
wij zullen toegedekt hebben
jullie zullen toegedekt hebben
zij zullen toegedekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou toedekken
jij zou toedekken
hij zou toedekken
wij zouden toedekken
jullie zouden toedekken
zij zouden toedekken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou toegedekt hebben
jij zou toegedekt hebben
hij zou toegedekt hebben
wij zouden toegedekt hebben
jullie zouden toegedekt hebben
zij zouden toegedekt hebben

Gebiedende wijs
dek toe

Aanvoegende wijs
toedekke

Voorbeelden

  1. toedekken
    cover up
  2. Niet meer toedekken.
    No more covering up.
  3. Nanny zal hem goed toedekken.
    Have Nanny tuck him in properly.
  4. We moeten je even toedekken.
    We need to cover you up.
  5. Ik zou hem nooit toedekken.
    I 'd never cover for him.
  6. En ik ging het toedekken.
    And I covered for you.
  7. Degene die iets vertrouwelijk willen toedekken.
    The ones used to cover something confidential.
  8. En jullie twee lieten het me toedekken.
    And you two made me cover it up.
  9. Dat kan ik toedekken, en onder de pet houden.
    I can cover that up, keep that under wraps.
  10. Rondsluipen in het midden van de nacht, hun sporen toedekken.
    Sneaking around in the middle of the night, covering their tracks.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden