1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. tint

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to tint    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
tinting

Present simple (ott)
I tint
you tint
he tints
we tint
you tint
they tint

Present perfect (vtt)
I have tinted
you have tinted
he has tinted
we have tinted
you have tinted
they have tinted

Past Simple (ovt)
I tinted
you tinted
he tinted
we tinted
you tinted
they tinted

Past perfect (vvt)
I had tinted
you had tinted
he had tinted
we had tinted
you had tinted
they had tinted

Present future (ottt)
I will tint
you will tint
he will tint
we will tint
you will tint
they will tint

Present future perfect (vttt)
I will have tinted
you will have tinted
he will have tinted
we will have tinted
you will have tinted
they will have tinted

Past future (ovtt)
I would tint
you would tint
he would tint
we would tint
you would tint
they would tint

Past future perfect (vvtt)
I would have tinted
you would have tinted
he would have tinted
we would have tinted
you would have tinted
they would have tinted


Voorbeelden

  1. Faint-yelIow tint.
    Een vage gele tint.
  2. It 's got this greenish tint.
    Het heeft deze groenachtige tint.
  3. Burnt orange, that puke tint between green and yellow.
    Verbrand oranje, die misselijk makende tint tussen groen en geel.
  4. I also found a dark tint on one side.
    Ik heb aan een kant ook een donkere tint gevonden.
  5. Do you see the bluish - tint to his skin?
    Zie je die blauwe tint op z' n huid?
  6. We 're gonna tint the windows on the Dodge.
    We geven de Dodge getinte ramen.
  7. And eventually your skin will take on a bluish tint.
    En je huid krijgt een blauwe tint.
  8. I want you to tint your hair and lose the beard.
    verf je haar en scheer je baard af.
  9. It has a yellow tint. Don 't put it in her water.
    Het heeft een gele tint. Doe het niet in haar water.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try