Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to tinsel    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
tinseling; tinselling

Present simple (ott)
I tinsel
you tinsel
he tinsels
we tinsel
you tinsel
they tinsel

Present perfect (vtt)
I have tinseled; tinselled
you have tinseled; tinselled
he has tinseled; tinselled
we have tinseled; tinselled
you have tinseled; tinselled
they have tinseled; tinselled

Past Simple (ovt)
I tinseled; tinselled
you tinseled; tinselled
he tinseled; tinselled
we tinseled; tinselled
you tinseled; tinselled
they tinseled; tinselled

Past perfect (vvt)
I had tinseled; tinselled
you had tinseled; tinselled
he had tinseled; tinselled
we had tinseled; tinselled
you had tinseled; tinselled
they had tinseled; tinselled

Present future (ottt)
I will tinsel
you will tinsel
he will tinsel
we will tinsel
you will tinsel
they will tinsel

Present future perfect (vttt)
I will have tinseled; tinselled
you will have tinseled; tinselled
he will have tinseled; tinselled
we will have tinseled; tinselled
you will have tinseled; tinselled
they will have tinseled; tinselled

Past future (ovtt)
I would tinsel
you would tinsel
he would tinsel
we would tinsel
you would tinsel
they would tinsel

Past future perfect (vvtt)
I would have tinseled; tinselled
you would have tinseled; tinselled
he would have tinseled; tinselled
we would have tinseled; tinselled
you would have tinseled; tinselled
they would have tinseled; tinselled


Voorbeelden

  1. All of the tinsel
    Al het klatergoud
  2. Tinsel still clinging to it.
    Het engelenhaar hangt er nog in.
  3. It 's tinsel for oldies,
    Het is klatergoud voor oude dames.
  4. Lots of tinsel and an artificial tree.
    Veel engelenhaar en een kunstboom.
  5. You ever put tinsel on a tata?
    Prammen met spuitsneeuw.
  6. Don 't have the knack for tinsel.
    Ik ben er niet goed in.
  7. Let 's throw some tinsel on it.
    Gooi er klatergoud op!
  8. Highest tinsel strength on this world or any other.
    Hoogste treksterkte op deze wereld of elke andere.
  9. The first one is of Ethel, who ate some tinsel.
    De eerste is van Ethel, die een kerstboom slinger had gegeten.
  10. She 's got what looks like blue tinsel in her hair.
    Ze heeft een blauwe slinger in haar haar.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden