Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: tingelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getingeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik tingel
jij tingelt
hij tingelt
wij tingelen
jullie tingelen
zij tingelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getingeld
jij hebt getingeld
hij heeft getingeld
wij hebben getingeld
jullie hebben getingeld
zij hebben getingeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik tingelde
jij tingelde
hij tingelde
wij tingelden
jullie tingelden
zij tingelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getingeld
jij had getingeld
hij had getingeld
wij hadden getingeld
jullie hadden getingeld
zij hadden getingeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal tingelen
jij zult tingelen
hij zal tingelen
wij zullen tingelen
jullie zullen tingelen
zij zullen tingelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getingeld hebben
jij zult getingeld hebben
hij zal getingeld hebben
wij zullen getingeld hebben
jullie zullen getingeld hebben
zij zullen getingeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou tingelen
jij zou tingelen
hij zou tingelen
wij zouden tingelen
jullie zouden tingelen
zij zouden tingelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getingeld hebben
jij zou getingeld hebben
hij zou getingeld hebben
wij zouden getingeld hebben
jullie zouden getingeld hebben
zij zouden getingeld hebben

Gebiedende wijs
tingel

Aanvoegende wijs
tingele

Voorbeelden

  1. Tingeling, tingeling Ik tingel wel voor twee
    Jingle bells, jingle bells Jingle all the way

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden