Voorbeelden

1. Thwart that Abyssinian.
   Stop die Abessijn.
2. Amadeo trying to thwart fate.
   Amadeo probeert het lot te dwarsbomen.
3. All you ever did is thwart me.
   U hebt mij alleen maar gedwarsboomd.
4. Yet you claim this weapon will thwart them?
   En toch zegt u dat dit wapen hen zal tarten?
5. You should be striving to thwart my noisome misdeeds.
   Je moet me proberen te dwarsbomen voor mijn stinkende dingen.
6. We 've used it to thwart hundreds of terrorist attacks.
   We hebben het gebruikt om honderden terreur aanslagen te verijdelen.
7. There 's only one way to thwart Denna 's scheme.
   Er is maar een manier het plan van Denna te verijdelen.
8. There are those who seek to thwart us, this is clear.
   Er zijn mensen die ons willen dwarsbomen, dat is duidelijk.
9. But there are others who seek to thwart Granny 's good intentions.
   Maar er zijn er die oma' s goede bedoelingen willen dwarsbomen.
10. But it seemed she could find ways to thwart me just as easily.
    Maar ze kon me ook makkelijk tegenwerken.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden