Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: texten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
getext

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik text
jij text
hij text
wij texten
jullie texten
zij texten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb getext
jij hebt getext
hij heeft getext
wij hebben getext
jullie hebben getext
zij hebben getext

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik textte
jij textte
hij textte
wij textten
jullie textten
zij textten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had getext
jij had getext
hij had getext
wij hadden getext
jullie hadden getext
zij hadden getext

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal texten
jij zult texten
hij zal texten
wij zullen texten
jullie zullen texten
zij zullen texten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal getext hebben
jij zult getext hebben
hij zal getext hebben
wij zullen getext hebben
jullie zullen getext hebben
zij zullen getext hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou texten
jij zou texten
hij zou texten
wij zouden texten
jullie zouden texten
zij zouden texten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou getext hebben
jij zou getext hebben
hij zou getext hebben
wij zouden getext hebben
jullie zouden getext hebben
zij zouden getext hebben

Gebiedende wijs
text

Aanvoegende wijs
texte

Voorbeelden

  1. Ik las dat in een text.
    I read that in a text.
  2. Hij belt niet, hij stuurt geen text...
    He doesn 't call, he doesn 't text...
  3. Oke, nou, text me als jullie zover zijn.
    Okay, well, text me when you 're done.
  4. Heb je nog een text gekregen sinds afgelopen nacht?
    Have you gotten one single text since last night?
  5. Ik text je als ik terug bij de Armory.
    I 'll text you when I get back to the Armory.
  6. De Apple 2 was sneller, had text en graphics display en een behuizing.
    It was faster and had text display, color graphics and its own plastic casing.
  7. Mag ik de text die mijn vrouw te komen en krijgt de hond?
    May I text my wife to come and get the dog?
  8. Het ogenblik dat hij de text beantwoodt, we weten dat hij schuldig is.
    The second he responds with a text, we know that he 's guilty.
  9. Het spijt me echt om te onderbreken, maar ik heb zojuist een text van kantoor.
    I 'm really sorry to interrupt, but I 've just had a text from the office.
  10. Iemand verzenden een hoop texten?
    Someone sending a bunch of texts?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden