NL: texten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
getext
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik text jij text hij text wij texten jullie texten zij texten
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb getext jij hebt getext hij heeft getext wij hebben getext jullie hebben getext zij hebben getext
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik textte jij textte hij textte wij textten jullie textten zij textten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had getext jij had getext hij had getext wij hadden getext jullie hadden getext zij hadden getext
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal texten jij zult texten hij zal texten wij zullen texten jullie zullen texten zij zullen texten
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal getext hebben jij zult getext hebben hij zal getext hebben wij zullen getext hebben jullie zullen getext hebben zij zullen getext hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou texten jij zou texten hij zou texten wij zouden texten jullie zouden texten zij zouden texten
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou getext hebben jij zou getext hebben hij zou getext hebben wij zouden getext hebben jullie zouden getext hebben zij zouden getext hebben
|
Gebiedende wijs |
text
|
Aanvoegende wijs |
texte |