Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: tewerkstellen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
tewerkgesteld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stel tewerk
jij stelt tewerk
hij stelt tewerk
wij stellen tewerk
jullie stellen tewerk
zij stellen tewerk

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik tewerkstel
dat jij tewerkstelt
dat hij tewerkstelt
dat wij tewerkstellen
dat jullie tewerkstellen
dat zij tewerkstellen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb tewerkgesteld
jij hebt tewerkgesteld
hij heeft tewerkgesteld
wij hebben tewerkgesteld
jullie hebben tewerkgesteld
zij hebben tewerkgesteld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stelde tewerk
jij stelde tewerk
hij stelde tewerk
wij stelden tewerk
jullie stelden tewerk
zij stelden tewerk

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik tewerkstelde
dat jij tewerkstelde
dat hij tewerkstelde
dat wij tewerkstelden
dat jullie tewerkstelden
dat zij tewerkstelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had tewerkgesteld
jij had tewerkgesteld
hij had tewerkgesteld
wij hadden tewerkgesteld
jullie hadden tewerkgesteld
zij hadden tewerkgesteld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal tewerkstellen
jij zult tewerkstellen
hij zal tewerkstellen
wij zullen tewerkstellen
jullie zullen tewerkstellen
zij zullen tewerkstellen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal tewerkgesteld hebben
jij zult tewerkgesteld hebben
hij zal tewerkgesteld hebben
wij zullen tewerkgesteld hebben
jullie zullen tewerkgesteld hebben
zij zullen tewerkgesteld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou tewerkstellen
jij zou tewerkstellen
hij zou tewerkstellen
wij zouden tewerkstellen
jullie zouden tewerkstellen
zij zouden tewerkstellen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou tewerkgesteld hebben
jij zou tewerkgesteld hebben
hij zou tewerkgesteld hebben
wij zouden tewerkgesteld hebben
jullie zouden tewerkgesteld hebben
zij zouden tewerkgesteld hebben

Gebiedende wijs
stel tewerk

Aanvoegende wijs
tewerkstelle

Voorbeelden

  1. Ik wil ze tewerkstellen.
    I want to put them to work.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden