Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: teweegbrengen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
teweeggebracht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik breng teweeg
jij brengt teweeg
hij brengt teweeg
wij brengen teweeg
jullie brengen teweeg
zij brengen teweeg

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik teweegbreng
dat jij teweegbrengt
dat hij teweegbrengt
dat wij teweegbrengen
dat jullie teweegbrengen
dat zij teweegbrengen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb teweeggebracht
jij hebt teweeggebracht
hij heeft teweeggebracht
wij hebben teweeggebracht
jullie hebben teweeggebracht
zij hebben teweeggebracht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bracht teweeg
jij bracht teweeg
hij bracht teweeg
wij brachten teweeg
jullie brachten teweeg
zij brachten teweeg

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik teweegbracht
dat jij teweegbracht
dat hij teweegbracht
dat wij teweegbrachten
dat jullie teweegbrachten
dat zij teweegbrachten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had teweeggebracht
jij had teweeggebracht
hij had teweeggebracht
wij hadden teweeggebracht
jullie hadden teweeggebracht
zij hadden teweeggebracht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal teweegbrengen
jij zult teweegbrengen
hij zal teweegbrengen
wij zullen teweegbrengen
jullie zullen teweegbrengen
zij zullen teweegbrengen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal teweeggebracht hebben
jij zult teweeggebracht hebben
hij zal teweeggebracht hebben
wij zullen teweeggebracht hebben
jullie zullen teweeggebracht hebben
zij zullen teweeggebracht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou teweegbrengen
jij zou teweegbrengen
hij zou teweegbrengen
wij zouden teweegbrengen
jullie zouden teweegbrengen
zij zouden teweegbrengen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou teweeggebracht hebben
jij zou teweeggebracht hebben
hij zou teweeggebracht hebben
wij zouden teweeggebracht hebben
jullie zouden teweeggebracht hebben
zij zouden teweeggebracht hebben

Gebiedende wijs
breng teweeg

Aanvoegende wijs
teweegbrenge

Voorbeelden

  1. Verdriet kan een identiteitcrisis teweegbrengen.
    Grief can bring on an identity crisis.
  2. Die kan ernstige verstoringen teweegbrengen.
    Our science teams have been asked to monitor any planetary disruption.
  3. De geringste storing kan een aardverschuiving teweegbrengen.
    The slightest activity could cause a shift...
  4. Ik wilde alleen een schokeffect teweegbrengen, meer niet.
    I just wanted to shake her up, that 's all.
  5. Punt A leidt naar punt B... moet iets... teweegbrengen?
    Point A leads to point B leads to finger on the trigger?
  6. Een openlijke moord zou een golf van protest teweegbrengen in Colombia.
    An obvious murder would cause an outcry in Colombia.
  7. Maar geen van die eigenschappen zou... zoveel dood en pijn teweegbrengen.
    But it was none of those traits... that would cause so much death and pain.
  8. Hoe kan zo' n onschuldige zonde zo' n eeuwige marteling teweegbrengen?
    How could such harmless sin provoke such everlasting torment?
  9. Dat kan een volksverschuiving in Rusland teweegbrengen en de regering laten vallen.
    It could cause a popular backlash in Russia and even help bring down the government.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden