1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. testify

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to testify    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
testifying

Present simple (ott)
I testify
you testify
he testifies
we testify
you testify
they testify

Present perfect (vtt)
I have testified
you have testified
he has testified
we have testified
you have testified
they have testified

Past Simple (ovt)
I testified
you testified
he testified
we testified
you testified
they testified

Past perfect (vvt)
I had testified
you had testified
he had testified
we had testified
you had testified
they had testified

Present future (ottt)
I will testify
you will testify
he will testify
we will testify
you will testify
they will testify

Present future perfect (vttt)
I will have testified
you will have testified
he will have testified
we will have testified
you will have testified
they will have testified

Past future (ovtt)
I would testify
you would testify
he would testify
we would testify
you would testify
they would testify

Past future perfect (vvtt)
I would have testified
you would have testified
he would have testified
we would have testified
you would have testified
they would have testified


Voorbeelden

  1. Testify against larson.
    Getuig tegen Larson.
  2. Testify for what?
    Getuigen voor wat?
  3. Testify about what?
    getuigen over wat?
  4. Kendall will testify.
    Kendall zal getuigen.
  5. If you testify...
    Als je getuigt...
  6. Refuse to testify.
    Weigeren te getuigen.
  7. Humson will testify.
    Humson zal getuigen.
  8. When I testify...
    Als ik moet getuigen...
  9. I testify tomorrow.
    Ik ga morgen getuigen.
  10. Promise you 'll testify.
    Beloof je dat je zal getuigen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try