NL: terugvorderen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
teruggevorderd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik vorder terug jij vordert terug hij vordert terug wij vorderen terug jullie vorderen terug zij vorderen terug
|
Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik terugvorder dat jij terugvordert dat hij terugvordert dat wij terugvorderen dat jullie terugvorderen dat zij terugvorderen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb teruggevorderd jij hebt teruggevorderd hij heeft teruggevorderd wij hebben teruggevorderd jullie hebben teruggevorderd zij hebben teruggevorderd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik vorderde terug jij vorderde terug hij vorderde terug wij vorderden terug jullie vorderden terug zij vorderden terug
|
Verleden tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik terugvorderde dat jij terugvorderde dat hij terugvorderde dat wij terugvorderden dat jullie terugvorderden dat zij terugvorderden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had teruggevorderd jij had teruggevorderd hij had teruggevorderd wij hadden teruggevorderd jullie hadden teruggevorderd zij hadden teruggevorderd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal terugvorderen jij zult terugvorderen hij zal terugvorderen wij zullen terugvorderen jullie zullen terugvorderen zij zullen terugvorderen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal teruggevorderd hebben jij zult teruggevorderd hebben hij zal teruggevorderd hebben wij zullen teruggevorderd hebben jullie zullen teruggevorderd hebben zij zullen teruggevorderd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou terugvorderen jij zou terugvorderen hij zou terugvorderen wij zouden terugvorderen jullie zouden terugvorderen zij zouden terugvorderen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou teruggevorderd hebben jij zou teruggevorderd hebben hij zou teruggevorderd hebben wij zouden teruggevorderd hebben jullie zouden teruggevorderd hebben zij zouden teruggevorderd hebben
|
Gebiedende wijs |
vorder terug
|
Aanvoegende wijs |
terugvordere |