Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: terugdringen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
teruggedrongen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dring terug
jij dringt terug
hij dringt terug
wij dringen terug
jullie dringen terug
zij dringen terug

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik terugdring
dat jij terugdringt
dat hij terugdringt
dat wij terugdringen
dat jullie terugdringen
dat zij terugdringen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb teruggedrongen
jij hebt teruggedrongen
hij heeft teruggedrongen
wij hebben teruggedrongen
jullie hebben teruggedrongen
zij hebben teruggedrongen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik drong terug
jij drong terug
hij drong terug
wij drongen terug
jullie drongen terug
zij drongen terug

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik terugdrong
dat jij terugdrong
dat hij terugdrong
dat wij terugdrongen
dat jullie terugdrongen
dat zij terugdrongen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had teruggedrongen
jij had teruggedrongen
hij had teruggedrongen
wij hadden teruggedrongen
jullie hadden teruggedrongen
zij hadden teruggedrongen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal terugdringen
jij zult terugdringen
hij zal terugdringen
wij zullen terugdringen
jullie zullen terugdringen
zij zullen terugdringen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal teruggedrongen hebben
jij zult teruggedrongen hebben
hij zal teruggedrongen hebben
wij zullen teruggedrongen hebben
jullie zullen teruggedrongen hebben
zij zullen teruggedrongen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou terugdringen
jij zou terugdringen
hij zou terugdringen
wij zouden terugdringen
jullie zouden terugdringen
zij zouden terugdringen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou teruggedrongen hebben
jij zou teruggedrongen hebben
hij zou teruggedrongen hebben
wij zouden teruggedrongen hebben
jullie zouden teruggedrongen hebben
zij zouden teruggedrongen hebben

Gebiedende wijs
dring terug

Aanvoegende wijs
terugdringe

Voorbeelden

  1. laat je niet terugdringen!
    Don 't get pushed back!
  2. Je moet haar terugdringen.
    You 've got to force her back into a hole.
  3. En ik ga het terugdringen.
    And I 'm gonna push right back.
  4. We moeten ze uit de hoofdhangar terugdringen.
    We must get to the main hangar to repel them.
  5. Start met het terugdringen richting het pad.
    Start pushing out towards the trail.
  6. We kunnen de antilichamen die hij produceert niet terugdringen.
    We 're unable to suppress the antibodies he 's producing.
  7. Je moet ze terugdringen of ze nemen de stad in.
    You must beat them back or they 're going to take this city.
  8. Nou... Het terugdringen van het aanbod hier is niet veranderd, en de vraag...
    Now... the drug supply around here hasn 't changed, and the demand...

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden